Zei of zegde?

Je hoeft je nooit meer af te vragen, ‘Hoe schrijf je dit ook alweer?’

In het taalsnoepje maak ik je wegwijs in de wondere wereld van de Nederlandse spelling.

 

Vandaag een twijfelgevalletje waar ik soms zelf ook nog moet bij stilstaan.

Wat is juist: hij zei of hij zegde?

 

Goed nieuws, ze zijn allebei juist. Maar (natuurlijk is er nog een maar) zeiden krijgt de voorkeur. Dit is in de standaardtaal in het hele taalgebied (dus Vlaanderen en Nederland) de gebruikelijke vorm.

Zegden kan in Vlaanderen, maar doet formeler en schrijftaliger aan.

 

Uitzonderingen hierop zijn samenstellingen met zeggen, zoals toezeggen, afzetten. Hier is zegde wel standaardtaal in het hele taalgebied, dus ik zegde af voor het feestje van morgen, ik zegde toe om een storting voor het goede doel te doen.

 

Bron: taaladvies.net